top of page

 Januari 2021

Les Emily Huurden SWOT analyse

22-01-2021​

Opdracht Emily. Wat is relevant, wat is de essentie van de bron, hoe kader je en geef je context? Werkveld.

​

SWOT ANALYSE

​

 

Screen Shot 2021-03-17 at 13.32.30.png

Fotografie als wereldbeeld

Alles komt samen.

De documentaire foto toont niet dé werkelijkheid maar één werkelijkheid. De fotografische boodschap moet opgevat worden als een communicatief proces waarbij zowel de fotograaf als de kijker een rol spelen bij de interpretatie ervan. De betekenis van de foto wordt bepaald door de context van waaruit de fotograaf vertrekt en door de sturing van de betekenis door middel van het perspectief, de kadrering en de belichting. Toch, en hier wijst Barthes ons op, blijft er steeds die referent, die een noodzakelijke voorwaarde is voor het ontstaan of het bekomen van de foto. De aanwezigheid van deze mensen heeft als gevolg dat de kijker zich kan identificeren met de situatie waarin deze zich bevinden en daardoor roepen ze empathie op. Dat betekent niet dat het interpretatieve kader waar de fotografie deel uitmaakt geen onderwerp van reflectie zou kunnen worden. Wel, dat hiervoor een ander soort vraagstelling vereist is. Het gaat daarbij niet om het verwerven van nieuwe feiten, maar om een verheldering, een analyse, een ontvouwing van het impliciet reeds vertrouwde in de fotografie. (Duintjer, 1988)

​

De documentairefotografie, zoveel is inmiddels duidelijk, biedt ons een bewijs van het bestaan van de wereld. Anders dan de analoge weergave van de schilderkunst geeft de foto geen subjectieve werkelijkheid, maar stelt hij haar rechtstreeks, dat wil zeggen op objectieve wijze, present. Deze objectiviteit is waarschijnlijk de reden geweest van het feit, dat de fotografie zich, vanaf het prille begin, razendsnel over het gehele maatschappelijke lichaam heeft kunnen verspreiden. (Berger J. , 1979)(Sontag, 1977) En nu, meer dan 150 jaar na haar uitvinding, kunnen we de fotografie niet meer wegdenken uit ons leven.  

​

De objectivering, die kenmerkend is voor de moderne tijd, gaat gepaard aan een even radicaal subjectivisme. Indien de hele werkelijkheid tot voorstelling wordt, dan wordt de mens immers 'het referentiepunt van het zijnde als zodanig'. De mens wordt daarmee tot subjectum. Dit begrip duidt in de metafysica van oudsher op datgene waarin elk zijnde zijn grond vindt. In het verleden werd dit subjectum bepaald als Idee(Plato), substantie(Aristoteles) of God. (Heiddegger, 1983)Kenmerkend voor de moderne tijd is nu dat de mens tot eerste en eigenlijke subjectum wordt. 'Het zijnde in het geheel wordt nu zo opgevat, dat het enkel en alleen 'zijnd' is, voor zover het door de voorstellende en voortbrengende mens tot staan is gebracht'. (Heiddegger, 1983) (Mul, 1987) Filosoof Heidegger betoogt dat de moderne tijd om die reden het eerste tijdvak is, waarin zoiets als een wereldbeeld kan bestaan. Omdat, in de moderne tijd wordt de wereld voor het eerst begrepen als beeld voor een voorstellend subject. (Heiddegger, 1983)De fotografie is om die reden niet enkel een verschijnsel dat feitelijk een centrale rol speelt in de moderne cultuur, op een fundamenteler vlak vormt zij de uitdrukking bij uitstek van de metafysica van de moderne tijd. 

 

Meer dan enig ander instrument geeft het fototoestel het menselijk subject een beeld van de werkelijkheid, en meer dan enig ander beeld wordt het fotografische beeld gekenmerkt door objectiviteit. De fotobiedt ons niet alleen een perfecte voorstelling, maar geeft ons ook een onmiddellijke zekerheid over het bestaan. 'Een foto', zo schrijft Susan Sontag, 'is werkelijk een vastgelegde ervaring, en de camera is voor het bewustzijn in zijn algehele veroveringsdrang het ideale wapen'. (Heiddegger, 1983) De maatschappij, zo betoogt Barthes, is er alles aan gelegen de verwondende kracht (het punctum) van de foto, haar waanzinnige waarheid, te beteugelen. Daarvoor moeten we fotografie als kunstvorm beschouwen. De aandacht wordt dan afgeleid van de 'schandalige' afwezigheid van de referent. De denotatieve kracht van de fotografie wordt in dat geval overvleugeld door de geruststellende (connotatieve) codes van de cultuur. De kunstfoto kan wel de culturele tekens van de waanzin uitbeelden, maar is niet waanzinnig van nature. (Barthes R. , 1988)

​

Door het verhelderen van het interpretatieve kader waarvan de fotografie deel uitmaakt, in het bijzonder van het onthullend/verhullende karakter van het fotografisch verschijnen van de werkelijkheid, worden we ons bewust van de aan het moderne wereldbeeld inherente schijn. Voor zoverre ons denken zich binnen de maatgevende kaders van het modernisme afspeelt kunnen we deze schijn niet voorkomen, we kunnen wel op de zeldzame lucide momenten die ons zijn gegeven voorkomen dat de schijn ons bedriegt. (Barthes R. , 1993) Na de voorafgaande metafysische interpretatie van de fotografie lijkt de deze op het eerste gezicht weinig aanknopingspunten te bieden voor een ervaring die ons aan gene zijde van de subject/object tegenstelling voert. Als we de terminologie van Heidegger aanhouden, zouden we kunnen zeggen dat wij de fotografie tegemoet moeten treden met een openheid voor haar geheim, dat wil zeggen voor het Zijnwaarop de moderne metafysica en ook de fotografie als haar meest kenmerkende gestalte, aangewezen blijft. Waar wij, met andere woorden, naar moeten vragen is oorspronkelijke betekenis van de fotografie. De term ‘fotografie’ is afgeleid van het Griekse 'phoos' (licht) en 'graphoo' (schrijven). ‘Fotografie’ mogen we lezen als het schrijven van het licht, ofwel schrijvend licht. (Heidegger, 1973)

 

Als we vanuit deze opvatting van het licht de fotografie benaderen dan begrijpen we de foto als een bevoorrecht inschrijfoppervlak van het Zijn. De foto maakt het ons mogelijk het 'tijdelijke' te laten ‘zien’. Dit lijkt ook de metafysische betekenis te zijn die Barthes in de fotografie beschrijft, wanneer hij de tijd het ware punctum van de fotografie noemt: 'Waarom leef ik hier en nu? (Barthes R. , 1988). Deze vraag wordt opgeroepen als niet de fotograaf 'door' de foto heen spreekt, maar wanneer de fotografie zelf nadenkend wordt. Aangezien Barthes, in tegenstelling tot Heidegger, vasthoudt aan het menselijk subject als uiteindelijke grondslag van betekenis, betekent het denkend schijven van het licht in de fotografie, een schrijven voorbij het menselijk subjectum, uiteindelijk en onafwendbaar het verlies van iedere redelijkheid. De waarheid van de fotografie is voor Barthes een waanzinnige waarheid (Barthes R. , 1988)(Huckle, 1985). 

 

​

Onderzoek: The Narrative Imagination Method

Narrativiteit, levensverhalen, passies, visueel, leerlingen, trots en plezier.

Deze begrippen zijn de bouwstenen van The Narrative Imagination Method. De methode biedt leerlingen de mogelijkheid om, doormiddel van het kijken naar fotografie, een narratief verhaal te creëren. Het geeft de leerlingen de mogelijkheid om met beeld een verhaal te vertellen: over wie ze zijn en wat ze belangrijk vinden. Of een verhaal over waar ze naar toe willen en dat als een blijvend document te behouden. (Combs, 1996)

 

In de narratieve benadering die aan deze leerling ten grondslag ligt, staat altijd het verhaal, in dit geval het levensverhaal, centraal en niet de levensloop. Narratief betekent dan ook “verhalend, vertellend”. Een narratief levensverhaal is een verhaal dat komt uit ons eigen leven en iets vertelt over onze eigen ervaringen en belevingen. Een narratief levensverhaal is het eigen verhaal, een vertelling die uitdrukt hoe iemand in het leven staat. Iedere leerling aan de methode kan alleen zelf het verhaal vertellen dat bij hem past, hij bepaalt daarbij niet alleen de inhoud van het verhaal, maar eveneens de manier waarop hij zijn verhaal vertelt. 

 

In de methode gaan de leerlingen op zoek naar herinneringen en gebeurtenissen in hun leven. Hierdoor ontstaan de narratieve verhalen. Dit zoeken en ontdekken leidt tot ordenen en herordenen. De narratieve benaderingswijze, waarop de methode gebaseerd is kan bij de leerlingen een proces op gang brengen waarin onder andere de volgende aspecten naar voren kunnen komen. 

 

Wat voor betekenis heeft het medium fotografie binnen The Narrative Imagination Method? 

​

Uit mijn onderzoek blijkt dat leerlingen veel interesse tonen voor het bekijken van foto’s en het geven van hun mening. In de methode gaat het over het vertellen van een verhaal. Iedereen groeit op met een heleboel belevenissen die later in het leven herinneringen worden. Deze belevenissen worden opgeslagen in het geheugen. Maar hoe gebeurt dit? In ieder geval worden er in eerste instantie geen woorden opgeslagen. Wij nemen onze omgeving waar door onze zintuigen - dus met ogen (beeld), oren (geluid), tong (smaak), neus (geur), met handen en met voeten (tasten). (Combs, 1996)Deze waarnemingen roepen gevoelens op die altijd samen met deze eerste zintuiglijke informatie in het geheugen worden opgeslagen. Onder de zintuigen, zijn ogen en oren, dus beeld en geluid in het bijzonder, vooropstaand in de westerse cultuur. En dat betreft iedereen die kan zien en/of luisteren. Daarom kun je ervan uitgaan dat beeld een bijzondere rol spelen bij eerst het waarnemen, dan het beleven en later bij het herinneren. Om de leerling tot het vertellen van zijn eigen verhaal aan te zetten, gebruiken wij in de methode het middel beeld in de vorm van foto’s. 

 

Waarom foto’s binnen The Narrative Imagination Method? 

In de methode laat je de leerling gebruik maken van foto’s die voor de leerling aanspreken door het studium. Foto’s zijn hele bruikbare ankers omdat zij in verbinding staan met het geheugen. Dit heeft als reden dat opgeslagen herinneringen onder andere steeds in verband staan met een beeld. De meerwaarde van foto’s voor deze methode is echter dat ze reproduceerbaar zijn en ze dus altijd ter beschikking kunnen staan. Voor iedereen bestaan er foto’s die in verband staan met bepaalde gebeurtenissen in zijn leven. Verhalen kunnen op twee verschillende niveaus worden opgeroepen:

1. Foto’s staan voor een bepaalde periode in het leven van een persoon en verwijzen naar het hele gevoelsleven dat voor deze periode typerend is geweest.

2. Foto’s roepen daadwerkelijk een concreet moment op waardoor de betreffende persoon zich ook het gevoel van dat concrete moment herinnert.

 

 

 

 

 

​

Fot(ro)osspel

Fotografiespel

Deze methode giet ik in een zelfontworpen spel waar je aan de hand van de waarneming ‘kijken’ foto’s gaat ‘zien’. In het spel zitten allemaal verschillende ‘unaire’ foto’s van mij waar je verschillen verhalen in de foto kan ‘zien’ omdat er genoeg interpretatieruimte in zit deze documentaire foto’s zit. Je speelt het spel met max 6 leerlingen en ieder pakt van de stapel 5 foto’s.

 

Iemand begint, in zijn/haar beurt vertelt hij/zij een verhaal over 1 van de foto’s in zijn/haar hand. Dit doet hij/zij aan de hand van iets wat ze op een van deze foto’s ‘zien’ wat in het studium of (hopelijk) het punctum valt. Na het luisteren naar het verhaal van de verteller kiezen de andere spelers uit hun eigen hand een foto die het best bij dit verhaal past. Deze leggen ze op z’n kop in het midden van de tafel bij de eveneens op z’n kop liggende foto van de verteller. De foto’s worden zo geschud en omgedraaid. 

 

Iedereen mag tegelijk kiezen welke foto bij het vertelde verhaal hoort. (Let op! Het is niet de bedoeling dat de verteller de foto omschrijft maar dat hij of zij associeert.) Want de leerling die het verhaal verteld heeft verdiend verdient alleen punten wanneer niet iedere speler zijn of haar foto aan wijst maar tenminste 1 iemand. De andere spelers verdienen punten door de juistefoto aan te wijzen en als andere spelers zijn/haar neergelegde foto kiezen. Elementen: moed, narratief, associëren, luisteren, fouten maken en spel.
 

Hoe creëer je een verhaal met behulp van foto’s? 

Als begeleider mag je erop vertrouwen dat de foto’s, die in verband staan met The Narrative Imagination Method, iets met de leerling doen. Foto’s hebben het vermogen een creatief proces op gang te brengen en op gang te houden die gekenmerkt wordt door ontdekken. Het succes van deze methode is vooral te danken aan de aantrekkelijkheid om met geprinte foto’s te werken als het spel element waar de leerlingen toch enthousiast van worden. Juist door deze hulpmiddelen wordt zowel het bekijken van beelden en muziek, als het bewerken daarvan, door de leerling als erg boeiend ervaren. Dit zie ik terug tijdens het geven van deze methode aan leerlingen. 

 

Voor wie is The Narrative Imagination Method ontwikkeld? 

Leerlingen van de leeftijd van 13 tot 21 jaar in het regulier middelbaar onderwijs. (VMBO, HAVO & VWO) Voor de puberende jongere die vooral bezig is met zichzelf maar richting de adolescentie zich ook naar buiten begint te richten en sociale verantwoordelijkheden in de samenleving begint te nemen. 

 

Passie 

Als vertrekpunt van de methode kunnen leerlingen het beste opzoek gaan naar wat hun aanspreekt in een foto (punctum). Bij dit gekozen element uit de foto gaat de leerling zijn of haar verhaal over vertellen. Het is dus belangrijk om de leerling zo vrij mogelijk te laten en hen mee te laten denken binnen de lessen. 

De uitdaging voor de begeleider zal zijn om steeds weer in te spelen op de vertelde verhalen. De één zal moeite hebben met het vertellen van zijn of haar verhaal en de ander kan niet stoppen. Een ander aspect binnen het thema ‘passie’ is het verschil tussen jongens en meisjes. Het lijkt slechts een logisch detail, maar de begeleider zal dit in zijn achterhoofd moeten houden bij deze methode.

 

 

Zowel filosoof/Pedagoof John Dewey (1859 - 1952) als pedagoog Gert Biesta spreken over het belang van de communicatieve/sociale waarde van kunst. (Berding, 2002)(Biesta, 2015)Door kunst te beschouwen kunnen bepaalde maatschappelijk en persoonlijke  thema’s besproken worden, hierbij vind ik het belangrijk dat er sprake is van een veelzijdig aanbod aan kunststromingen en kunstenaars die de leerlingen begeleiden in hun persoonsvorming en maatschappelijke bewustwording. Op deze manier draagt kunsteducatie bij aan betekenisvol onderwijs en is er volgens Biesta sprake van: “Door kunst onderwezen willen worden”. (Biesta, 2015)(Berding, 2002; Biesta, Mijn idee voor onderwijs, 2015)De leerling is de beschouwer en bij deze rol staat centraal dat je kijkt naar wat je ziet en dat probeert te verwerken. Dus hoe je iets opvat of waar je aan denkt wanneer je iets ziet. Deze observaties van de beschouwer kunnen invloed hebben op de docent en de maker.

spel.jpg
spel1.jpg

LET OP!

Dit is pas de beginvorm van het spel. Later in het onderzoek gaan de leerlingen en ik de "regels" nog aanpassen zodat je beter kan uitkomen bij "jouw" verhaal.

.

Passie

Zo fijn dat ik het woord passie hier weer ga gebruiken.

Sommige woorden zijn er altijd in mijn hoofd maar schrijf ik veel te weinig op.

Wat zijn mijn tussentijdse conclusies & vervolgstappen in mijn onderzoek

Spel testen met leerlingen en goed kijken naar de regels en misschien context toevoegen?

bottom of page